Geschiedenis in het kort
In de middeleeuwen waren de vensters in de Oude Kerk geheel of gedeeltelijk voorzien van gebrandschilderd glas, waardoor het licht in talloze sprankelende kleurvariaties de kerkruimte verlichtte. De drie linker glas-in-lood ramen in de Mariakapel zijn de enig overgebleven vensters uit de periode van voor de Reformatie. De twee vensters die nu gerestaureerd worden bevinden zich in de Oostgevel van de Mariakapel. Het linker-raam toont Maria op haar sterfbed met de apostelen om haar heen. Het staat ook wel bekend als ‘het Crabethraam’ omdat het rond 1555 werd vervaardigd door de Goudse glasschilder Dirck Crabeth (1504-1574). Rechts van dit Crabethraam bevindt zich het zogenaamde Tweede Burgemeestersglas dat halverwege de achttiende eeuw tot stand kwam. Dit glas-in-lood venster is een aanvulling op het Burgemeestersglas in de zuidbeuk. Het venster in de zuidbeuk toont de wapens van de burgemeesters die de stad sinds 1578 hebben bestuurd en werd aangevuld tot het in 1757 vol was. Op het Tweede Burgemeestersglas zien we de wapens van de burgemeesters vanaf dat moment doorlopend tot 1795 waarna er nog glaspanelen gevuld zijn met wapens van wethouders uit de periode 1803-1806.
Restauratieproces
In 2021 zijn de scheuren in het metselwerk zorgvuldig dichtgemaakt en het natuursteen rondom het ronde raam (rozetvenster) dat zich boven het Tweede Burgemeestersglas bevindt is hersteld. Een duurzame oplossing is dit echter niet. Op deze plaats ontstaat bijna elk decennium een scheur vanwege de verschillen in druk op de muren. Er is een plan opgesteld voor een alternatieve, duurzame oplossing die verdere schade aan de glasschilderingen voorkomt. Dit plan is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen de experts van de Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed, Bureau Monumenten en Archeologie van de Gemeente Amsterdam, en het expertteam van restauratoren. In het voorjaar van 2021 is de voorzetbeglazing uitgenomen en afgevoerd. De steensponningen, waarin de glas in lood panelen zijn gevat zijn verwijderd. Daarna zijn de glas-in-lood panelen uitgenomen en afgevoerd naar de glazenier. Het natuursteen van de raamharnassen wordt door een steenhouwer hersteld. In het restauratieatelier worden de glas-in-lood panelen ontdaan van de loodprofielen en voorzichtig gereinigd. Na reiniging worden de afzonderlijke glaasjes beoordeeld en eventueel hersteld, ontstoort of vervangen. Vervolgens worden de glaasjes in een loodprofiel gevat en afgekit met een flexibel blijvende kit. Na herstel worden de panelen teruggeplaatst in een museale opstelling. Dit betekent een opstelling waarbij de panelen kunnen meebewegen met de verplaatsing van de raamharnassen bij verzakkingen in de toekomst. Om beschadigingen door vandalisme en klimaatbelasting van de glaasjes in de toekomst te voorkomen worden nieuwe voorzetbeglazingspanelen geplaatst.
De restauratie is mogelijk gemaakt dankzij de genereuze bijdragen van: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Stichting Edwin Bouwfonds.