‘Sound is materially invisible but very visceral and emotive. It can define a space at the same time as it triggers a memory.’, Susan Philipsz.
Muziek en architectuur, geschiedenis en melancholie: het zijn terugkerende elementen in het werk van Susan Philipsz. Voor haar eerste solotentoonstelling in Nederland vulde ze de enorme kerkruimte met een compositie van Jan Pieterszoon Sweelinck (1561-1621). Sweelinck legde de basis voor openbare concerten in de Oude Kerk na de Reformatie. De tentoonstelling stond in het teken van 400 jaar geleden dat hij hier werd begraven.
Philipsz ontrafelde zijn vierstemmige klavecimbelstuk 'Mein junges Leben hat ein End'. Afzonderlijk zong ze de lijnen van sopraan, alt, tenor en bas. Ze weerklonken in de Oude Kerk vanuit acht hangende silo's. Hoe dichter je een van die lichtgroene silo's naderde, hoe duidelijker haar ongeoefende stem te horen was.
Naast Sweelinck was ook de Franse schrijver Albert Camus een inspiratiebron voor The Fall. Zijn gelijknamige roman over de val van de mens uit de Hof van Eden speelt zich af op de omliggende Wallen.
Voor de Collegekamer van de Oude Kerk maakte Philipsz een tweede geluidssculptuur, getiteld Broken Ensemble. Uit drie orgelpijpen die op een platform stonden, weerklonken geluiden alsof het zuchten uit de hel was.