De Indonesische kunstenaar Iswanto Hartono ontwikkelde een site specifieke installatie voor de Oude Kerk in het kader van Europalia Indonesia. In verschillende werken onderzocht hij de relatie tussen de Indonesische geschiedenis en de beeldtaal van het Nederlands kolonialisme waarvan ook sporen in de Oude Kerk te vinden zijn. Sommige graven en grafmonumenten in de Oude Kerk herinneren aan sleutelfiguren uit die periode, voormalige geprezen ‘zeehelden’ bijvoorbeeld. Het waren deze mannen die nationale helden werden, en die symbool zijn gaan staan voor het ervaren en beoordelen van ‘anderen’ op basis van het eigen culturele perspectief. Hartono trok deze monumenten in twijfel door ze te vergelijken met de ontwortelde monumenten in Banda (Molukken), Batavia en Sumatra (in het voormalige Nederlands-Indië, nu Indonesië), die door de Nederlanders waren opgericht om te herinneren en te herdenken buiten de context van de gekoloniseerde culturen. Wat herinneren ze precies? De gruwelijke annexatie, slavernij en onderdrukking? Of louter de aanwezigheid van de heerser? Hartono gaf met het werk een eigen interpretatie van de geschiedenis van zijn land.
Een van de werken verdween tijdens de expositie: een portret in was van J.P. Coen dat langzaam opbrandde. Coen was een Nederlandse koopman en gouverneur bij de VOC die in de 17e eeuw naar de Oost voer. In Indonesië werd hij ook de beul van Banda genoemd omdat hij er een verschrikkelijke volkerenmoord aanrichtte. Het beeld was gemaakt van parafine. Zo was het als een kaars. Langzaam brand het beeld op. Herinneren en vergeten staan niet los van elkaar volgens de kunstenaar: ’om te kunnen vergeten, moeten we eerst herinneren’.