Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) was een van de grootste componisten die Nederland gekend heeft. Ijdens zijn leven was Sweelinck organist van de Oude Kerk en de spil in het Amsterdamse muziekleven. Jonge organisten uit heel Europa kwamen naar Amsterdam om les van hem te krijgen en hij oefende een grote invloed uit op de muziek van tijdgenoten en componisten na hem. Sweelinck bespeelde bijna dagelijks het orgel van de Oude Kerk. Daarmee stond hij in de zestiende eeuw aan de wieg van de eerste, publiek toegankelijke concerten. Waar er eerder muziek klonk op straat, of achter de gesloten deuren van bijvoorbeeld het hof, of in kerkdiensten, kon je in de Oude Kerk gewoon naar binnen wandelen en dagelijks van een concert genieten.
Ook Jan Pieterszoon Sweelinck belichaamt de omwenteling van de Reformatie in de Oude Kerk, omdat hij beide tijdperken heeft meegemaakt. Sweelinck was een jonge katholieke componist en organist, die na 1578 ophield met spelen tijdens kerkdiensten: voortaan zong men a capella. Luisterend naar zijn zettingen van polyfone psalmen hoort men het werk van een briljante geest, die het nieuwe psalmboek van de Geneefse protestantse hervormers met prachtige bewerkingen bij de Amsterdammers introduceerde.