Bekijk hier tentoonstelling details
Ten gevolge van de Alteratie gingen parochiekerken en kapellen over in handen van de protestanten en kregen zij nieuwe namen. Sindsdien staat de oudste parochiekerk van de stad, de Sint Nicolaaskerk, dan ook als Oude Kerk bekend. Van het enig overgebleven katholieke glas-in-loodvenster (Maria-glas) maakte de kunstenaar gedurende de tentoonstelling directe impressies, als vertrekpunt voor een nieuw fotografisch werk waaraan ook de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten een bijdrage leverde. Het rode licht beschermt het nog niet ontwikkelde beeld en schept dezelfde condities als een donkere kamer (doka). De hele zomer door functioneerde de kerk als studio en doka.
De Oude Kerk (1306) staat midden in het bruisende en hectische Wallengebied dat met haar nauwe straatjes, enormebedrijvigheid en grote toeristenstromen een bijna beklemmend effect op je heeft. Eenmaal binnen in de kerk, waan je je in een oase van rust, ruimte en geschiedenis. Opvallend zijn de monumentale glasvensters. In de Middeleeuwen werden deze vensters voorzien van gebrandschilderd glas, waardoor het licht in talloze kleurvariaties naar binnen viel. Tijdens de Beeldenstorm van 1566 werden de meeste gebrandschilderde ramen in de Oude Kerk vernield. De Calvinisten gaven de voorkeur aan een sobere geloofsbeleving. Voor warme gevoelens was geen plaats. De kleur rood verdween grotendeels. De nieuwe glasvensters in blauwe, grijze of groene tinten hulden het interieur in een koud licht en doen dit tot op de dag van vandaag. Het werk van Giorgio Andreotta Calò creëert een nieuw inzicht in deze geschiedenis.
Giorgio Andreotta Calò (1979) behoort tot een generatie kunstenaars die zich inspant om vanuit een analyse van het verleden het politieke en maatschappelijke heden te verklaren. Met zijn intuïtieve en organische werkwijze balt hij geschiedenissen samen om ze vervolgens door middel van een rituele performance of fysieke actie aan een specifieke locatie te koppelen. Als geen ander weet Calò het fysieke, symbolische en spirituele aaneen te smeden. Zo creëert hij ervaringen die zowel de kunstkenner als de niet-kenner raken. Cruciaal in de ontwikkeling van zijn werk was zijn verblijf aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten (2009/2011).