De Regentenbank en Wijkmeestersbank zijn de afgelopen jaren in onderhoud en herstel geweest en worden nu museaal teruggeplaatst in de kerkruimte.
Religieuze geschiedenis en hiërarchie
Het verhaal van de banken en zitplaatsen in de Oude Kerk is een verhaal van religie en macht. In de eerste, katholieke, eeuwen van de kerk stonden de gelovigen samen in de ruimte. Pas na de Reformatie kwamen er banken en stoelen, steeds in verschillende opstellingen, al naargelang de veranderende behoefte. In de loop van de eeuwen zijn op die manier veel banken van plaats gewisseld of vanuit andere kerken in de Oude Kerk terechtgekomen. Halverwege de 17de eeuw zijn er door Emanuel de Witte (ca. 1617-1692) meerdere schilderijen gemaakt van het interieur van de Oude Kerk. Het beeld van een steeds wisselende en tijdelijke opstelling van losse banken in het middenschip en in de zijbeuken wordt op de schilderijen van De Witte bevestigd. De banken weerspiegelden de fijnmazige stedelijke hiërarchie: er waren banken voor militairen, de admiraliteit, voor burgemeesters, schepenen, oud-schepenen en kerkmeesters, voor regenten, wijkmeesters, secretarissen en commissarissen – vrijwel elke groep had zijn voorrecht en zijn plek. Na 1795 pasten de voorbestemde plaatsen niet meer in het toenmalige ideaal van vrijheid, gelijkheid en broederschap en werden veel banken verwijderd.
Wijkmeestersbank
In zijn boek over de restauratie van de Oude Kerk noemt Janse de Wijkmeestersbank éen keer. Hij meldt dat de bank in dezelfde periode als alle andere herenbanken wordt gerealiseerd. Waarschijnlijk had de bank van de 17de tot in de 19de eeuw, een kleiner formaat, waarna de bank in verschillende fases is uitgebreid naar zeven banken en na 1925 verkleind is naar de huidige zes rijen. De banken hadden oorspronkelijk zittingen van paardenleer, gevuld met stro. Deze zittingen zijn nog niet meegenomen in het herstel.
Regentenbank
De Regentenbank, ooit bestemd voor de bestuurlijke elite van Amsterdam, heeft zeven evenwijdige rijen zitplaatsen die theatergewijs naar achter toe oplopen. Het blok bevat een voorschot, tussenschotten en een achterschot. Een vierde gedeelte betreft de luifel van het rugschot. Vermoedelijk is de huidige bovenzijde van het rugschot met luifel in de 19de eeuw vervangen. In totaal zijn drie losse delen te zien. De eerste twee delen bestaan tezamen uit vier vakken (de achterste vakken). Het laatste deel bestaat uit drie vakken (de voorste vakken). De Regentenbank werd tot twee maal toe uitgebreid naar 42 zitplaatsen.
Datering
Wanneer de banken precies zijn gemaakt is niet uit onderzoek bekend geworden. Wel weten we dat de Wijkmeestersbank tussen 1725 en 1907 is uitgebreid. Bouwsporen aan zowel de Regentenbank als de Wijkmeestersbank bevestigen dat de rugschotten en luifels afzonderlijk, en later zijn aangebracht. Van een slanke 17e eeuwse bank transformeerden de banken in de 18e eeuw naar een dichtgetimmerde versie.
Opstelling voor het Vater Müller orgel
De banken worden voor het Vater-Müllerorgel in het middenschip opgesteld. Het pad tussen de banken ligt niet symmetrisch ten opzichte van de middenas. De opstelling van de los verplaatsbare Regentenbank en Wijkmeestersbank is geen constante factor in verschillende historische, schilderkunstige en fotografische afbeeldingen van het kerkinterieur. In 1795 zijn de banken zelfs geheel verwijderd geweest.